Het prachtige beeld is geplaatst – later een passende onthulling..?
door Leen Spaans | update 1 4 2021
Het beeld voor Truus Wijsmuller heeft haar schitterende plek gekregen op de Gewelfde Stenenbrug. Het werd op 1 juli in klein comité bezocht door burgemeester Piet Bruinooge en alle direct betrokkenen bij de totstandkoming van het beeld. De onthulling hadden we ons anders voorgesteld:
Dinsdag 21 april 2020 zou dé dag zijn. Met een ontvangst in de Grote Kerk, gasten uit binnen- en buitenland, enkele nog levenden van de Kindertransporten van 1938-1940, kenners van de oorlogsgeschiedenis, uiteraard ook de beeldhouwsters Annet Terberg-Pompe en Lea Wijnhoven, de ambassadeurs van de landen, waaruit de kinderen vertrokken en van de landen die de kinderen ontvingen. En alle donateurs zouden welkom zijn. We zouden eerst vertellen over Truus en haar tijd in Alkmaar en in Amsterdam. Dan zouden we in optocht naar de Gewelfde Stenen Brug lopen en samen met schoolkinderen uit Alkmaar en de ambassadeurs het monument voor Truus onthullen, omringd door een zee van tulpen, de nieuwe Tante Truus Tulp, in de Alkmaarse kleuren rood en wit, die dezelfde middag nog feestelijk gedoopt zou worden. En we zouden het beeld van Tante Truus bewonderen, met 28 kinderen om zich heen, die zij met duizenden anderen hielp ontkomen aan de moordlust van de nazi’s en die een veilig nieuw thuis vonden in Engeland en andere vrije landen. Wat een mooi getal is dat, 28! In de joodse cultuur staat dat getal voor ‘veilig’, ‘thuis’ en ‘kracht’. Zo, in haar kracht, met een hart van goud voor kinderen die hulp nodig hebben, zou Tante Truus daar staan vanmiddag, schuin weg kijkend naar haar geboortehuis op Mient nr. 14. Daar was op 21 april 1896 het leven begonnen van één van de meest markante vrouwen, die ons land gekend heeft.
Een borstbeeldje
In 1965 kreeg Truus Wijsmuller ook al eens een standbeeld. Of liever: een borstbeeldje. Dat was in Amsterdam, in de tuin van het Prinses Beatrixoord, een kinderpaviljoen bij het Parkziekenhuis, dat Truus had helpen oprichten. Want niet alleen voor of in de oorlog waren Truus’ daden groot. Ook daarna bleef zij zich inzetten voor de samenleving. Bij de onthulling sprak wethouder J. Tabak: “Een onverwoestbare liefde voor allen die lijden. Zij heeft niet alleen zitting gehad in de Amsterdamse gemeenteraad, maar heeft zich ook zeer verdienstelijk gemaakt met werk voor de Anne Frank Stichting, de Stichting Blijvend Applaus (voor verarmde artiesten, LS), Vrouwenhulp voor bejaarden, en als secretaris van het Beatrixoord.” Alles als vrijwilliger. En dan vergat de wethouder nog haar mooie werk voor de ziekenhuizen van Suriname en de Nederlandse Antillen, voor de vakopleiding voor Joodse jongens en meisjes, die naar Israël wilden emigreren, voor betere scholen en woningen in Amsterdam, voor de organisatie van het vrijwilligerswerk en de vrouwenemancipatie, voor het recht op abortus. En dan zijn we nog niet compleet. In het borstbeeld staan drie woorden gegrift: Bellatrix (strijdbaar), Vigilans (volhardend) en Beatrix (liefdevol).