Stichting
De Stichting Truus Wijsmuller-Meijer wil de herinnering aan de in Alkmaar geboren verzetsheldin levend houden. Nu er sinds juli 2020 een prachtig standbeeld van haar in het hart van de stad Alkmaar staat, op de Gewelfde Stenenbrug, is er een mooie aanleiding ontstaan om het verhaal van Truus te vertellen. Haar geschiedenis is actueel. Toen Truus 10.000 kinderen uit de handen van de nazi’s redde bleek maar weer eens, dat één standvastig karakter het verschil kan maken. In dit geval van de zogenaamde ‘Kindertransporten’ het verschil tussen leven en dood. Ook in deze tijd is moed en vastberadenheid nodig om oplossingen te vinden voor de grote sociale noden: die van de vluchtelingen, van de gezondheidszorg, van de honger, van de epidemieën, van het misbruik van kinderen. Dat is een forse ambitie. Op al deze terreinen gaf Truus ons een inspirerend voorbeeld.
Prijs
De Stichting reikt tweejaarlijks de Truus Wijsmuller-Meijer-Prijs uit aan iemand die in het veld van sociaal-maatschappelijk werk probeert het verschil te maken, die inspireert en aanmoedigt, die standvastig is. De prijs wordt uitgereikt op de geboortedag van Truus, 21 april, in de even jaren. De uitreiking heeft een feestelijk karakter. De uitstraling is landelijk, of zo mogelijk internationaal. Het bestuur van de stichting laat zich hiervoor adviseren door een jury, waarvan de leden landelijke bekendheid genieten en een autoriteit zijn op hun vakgebied. De jury telt minimaal drie, maximaal vijf leden, afkomstig uit de sectoren media, politiek, wetenschap cultuur en/of gezondheidszorg. Het bestuur van de stichting faciliteert het juryberaad optimaal. Het gaat bij bestuur en jury om een onbezoldigde ere-taak.
Ambities
De prijsuitreiking wordt geflankeerd door publieksacties van culturele aard en onderwijsprojecten. Denk aan een pop-up-museum, een huis-aan-huiskrant en een lespakket voor het onderwijs. Er is zo veel mogelijk samenwerking met kunstenaars en verwante organisaties. De ambitie is om de Truus Wijsmuller Prijs binnen zes jaar, dus na drie edities, landelijke bekendheid te laten hebben.
Het pop-up-museum heeft bewust een makkelijk verplaatsbaar karakter, zodat het kan worden uitgeleend aan scholen en instellingen. Leegstaande winkels, kerken en publieke ruimtes worden benut voor de expositie. Het cultureel lespakket voor de scholen omvat een videofilm in de stijl van Het Klokhuis, een muziekclip met het Truus Wijsmuller-lied, dat in opdracht van de stichting wordt geschreven en gecomponeerd. Voorts zijn er films voor volwassenen, waarin diep wordt ingegaan op het leven van Truus, met name de periode voor en na de oorlog, in relatie tot hedendaagse maatschappelijke problematiek. Er wordt samengewerkt met toneelgezelschappen, die het verhaal van Truus op een aantrekkelijke manier voor het voetlicht brengen. Een huis-aan-huis-krant is beschikbaar voor de regio Alkmaar, later mogelijk ook voor andere regio’s.
Middels een opdracht aan een of meer wetenschappers, cq. schrijvers moet er een dissertatie of een wetenschappelijke biografie over het leven van Truus komen. Het NIOD en het Stadsarchief van Amsterdam beschikken over een grote gearchiveerde nalatenschap van Truus, waarin haar activiteiten vlak voor en tijdens de oorlog zijn beschreven en waarin haar politieke loopbaan van 1945 tot 1965 en de vele bijzondere acties tot aan haar overlijden zijn vastgelegd. Maar ook buitenlandse archieven (België, Duitsland, Oostenrijk, Israël, Frankrijk, Groot-Brittannië, USA) verdienen de aandacht.
De nazaten van de Transportkinderen, veelal woonachting in Engeland, Canada en de USA worden uitgenodigd om Alkmaar en het verhaal van Truus te bezoeken. Er zijn contacten met de Amerikaanse Transportkinderen Association en met auteurs uit de USA en Groot- Brittannië
Middelen en financieel beleid
Om het doel te bereiken ontving de Stichting donaties van fondsen en subsidie van de gemeente Alkmaar. Daarnaast worden er donateurs geworven bij particulieren en in het bedrijfsleven. De stichting werkt zonder winstoogmerk. De bestuurders, assistenten, juryleden en adviseurs werken zonder bezoldiging. De stichting streeft ernaar om steeds voldoende reserves te hebben om gestarte projecten te kunnen continueren.